-
Maandag 11 December : Uit profeet Jesaja 35,1-10.
Zo spreekt de Heer: Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte. Pronken zal zij met de lelies, van blijdschap jubelen en juichen. De glorie van de Libanon valt haar ten deel, de luister van Karmel en Sjaron. Zij zullen de glorie van de Heer aanschouwen, de luister van onze God. Maak slappe handen sterk, geef kracht knikkende knieën. Spreekt tot allen die de moed verloren hebben: Vat moed en vreest niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als herten en jubelen de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstige land één waterbron. En op de plaats waar de jakhalzen huisden zullen biezen groeien en groen riet. Een hoge, gebaande weg zal daar lopen, die de heiligen weg zal heten. Geen onreine betreedt die weg en de dwazen dwalen er niet. Er zal geen leeuw te bekennen zijn en wilde dieren komen er niet, maar vrijgekochten zullen die weg begaan. En degene die verlost door de Heer verlost zijn, zullen erover terugkeren. Jubelend komen zij naar de Sion, hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde. Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap, en pijn en gejammer nemen de vlucht.
-
Maandag 11 December : Psalmen 85(84),9ab-10.11-12.13-14.
Aanhoren wil ik wat God ons zegt. De Heer spreekt woorden van vrede. Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij: zijn glorie komt wonen in ons land. Trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus. Uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe. De Heer geeft al het goede: ons land zal vruchten geven. Het recht gaat voor God uit en baant voor Hem de weg.
-
Maandag 11 December : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 5,17-26.
Toen Jezus op zekere dag onderricht gaf, zaten er ook Farizeeën en wetgeleerden bij, die gekomen waren uit alle plaatsen van Galilea en Judea en uit Jeruzalem. En de kracht des Heren deed Hem genezingen verrichten. Op dat ogenblik kwamen er enige mannen aan die op een bed een verlamde man met zich meedroegen. Zij trachtten hem binnen te brengen en voor Jezus neer te leggen. Maar omdat ze vanwege de menigte geen weg vonden waarlangs ze hem konden binnenbrengen, gingen ze het dak op en lieten hem met bed en al door een opening in het tegeldak midden tussen het volk zakken, voor de voeten van Jezus. Toen Jezus hun geloof zag, zei Hij: 'Vriend, uw zonden zijn u vergeven.' Maar de schriftgeleerden en Farizeeën vroegen zich af: 'Wat is dat voor iemand, die zo godslasterlijk spreekt?' Wie anders kan zonden vergeven dan God alleen?' Jezus wist, dat zij zo redeneerden en sprak tot hen: 'Wat redeneert gij toch bij uzelf? Wat is gemakkelijker te zeggen: uw zonden zijn u vergeven; of te zeggen: sta op en loop? Welnu, opdat ge zult weten, dat de Mensenzoon macht heeft op aarde zonden te vergeven - en nu sprak Hij tot de lamme -: Ik zeg u, sta op, neem uw bed op en ga naar huis.' Onmiddellijk stond hij voor aller ogen op, nam het bed waarop hij gelegen had mee en ging God verheerlijkend naar huis. Iedereen stond er versteld van en ze verheerlijkten God; vol ontzag zeiden zij: 'Wij zijn vandaag van ongehoorde dingen getuigen geweest.'
-
Maandag 11 December : H. Gregorius de Grote
"U zult Mij aanroepen en Ik zal u antwoorden". (Job 14:15) (...) Job heeft het recht om toe te voegen "U zult uw rechterhand uitstrekken naar het werk van uw handen". (...) Het menselijk schepsel draagt in feite, door het feit dat hij een schepsel is, de mogelijkheid in zich om onder zichzelf te kunnen zinken, maar de mens heeft van Hem die hem gevormd heeft de gunst ontvangen om boven zichzelf verheven te worden door contemplatie, en om in zichzelf gehandhaafd te worden door zijn onvergankelijkheid. Om niet onder zichzelf te zinken en om in onveranderlijkheid te blijven, wordt het schepsel door de rechterhand van Hem die leven geeft, opgeheven tot een staat van onveranderlijkheid. De rechterhand van God kan ook naar de Zoon verwijzen, want "alle dingen zijn door Hem gemaakt". (Joh 1,3) De almachtige God strekte daarom zijn rechterhand uit naar het werk van zijn handen, want om het menselijk ras, dat gevallen is en liggend in de afgrond, heeft Hij zijn eniggeboren Zoon gezonden om de mens boven de wereld te verheffen. En het was zijn menswording die ons, door onze eigen wil gevallen in verderf, in staat stelde om te antwoorden aan God die ons op een dag roept tot de heerlijkheid van onkreukbaarheid. Wie kan dan de vrijgevigheid van de goddelijke barmhartigheid meten wanneer die de mens na zijn fout naar deze wonderbaarlijke heerlijkheid leidt? God meet het kwaad dat we doen en toch, door de genade van zijn goedheid, vergeeft hij ons genadig.
-
Zondag 10 December : Uit profeet Jesaja 40,1-5.9-11.
Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de Heer heeft ontvangen. Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. De luister van de Heer zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De Heer heeft gesproken!’ Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ Ziehier God, de Heer! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit. Als een herder weidt hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze, en zorgzaam leidt hij de ooien.
-
Zondag 10 December : Psalmen 85(84),9ab-10.11-12.13-14.
Aanhoren wil ik wat God ons zegt. De Heer spreekt woorden van vrede. Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij: zijn glorie komt wonen in ons land. Trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus. Uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe. De Heer geeft al het goede: ons land zal vruchten geven. Het recht gaat voor God uit en baant voor Hem de weg.
-
Zondag 10 December : Uit de 2e brief van de heilige apostel Petrus 3,8-14.
Dierbaren, één ding mag u niet ontgaan: Voor de Heer is één dag als duizend jaren en duizend jaren als één dag. De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u, daar Hij wil dat allen tot inkeer komen en niemand verloren gaat. Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Dan zullen de hemelen dreunend vergaan en de elementen door vuur worden verteerd; en de aarde en de daden op aarde verricht zullen zich bevinden (voor Gods oordeel). Wanneer alles zo vergaat, hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid, de komst verwachtend en verhaastend van de dag Gods, waardoor de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen wegsmelten in de vuurgloed. Maar volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen. In deze verwachting, geliefden, moet gij u beijveren onbevlekt en onberispelijk voor Hem te verschijnen, in vrede met God.
Teksten zijn ontleend aan de website "Dagelijks Evangelie, www.dagelijksevangelie.org"